6.9 KRUISLAAN 20-30

Kruislaan 22-28, Kees van den Kommer met zijn moeder.
De huizen 20 en 22 zijn rond 1906 gebouwd. Hendrik de Graaf en Hendrik Nieuwdorp waren de eerst bekende bewoners. Op 23 juli 1896 verkocht Jacobus de Vos bouwland aan Henri Rinck voor 615 gulden. Koopman Jan van Andel kocht op 25 april 1905 dit bouwland voor 756 gulden. In 1906 werden er huizen en schuren gebouwd.
In april 1913 bracht notaris Heinsius een dubbel woonhuis in openbare verkoping. Daar woonden Lubertus van Hulzen (postbode sinds 1902) en Jacob Rijke. De eerste betaalt 1,75 gulden aan huur en Rijke 1,60 gulden.
Voor 1930 woonde Cornelis Roodzand op 22. Hij had daar een rijwielhandel en een werkplaats. In november 1934 is Roodzand vlak bij zijn huis op de Hoofdweg door een vrachtwagen overreden. Hij werd in zorgwekkende toestand naar huis gebracht, waar hij kort daarop overleed. Notaris Scholten bood in december 1947 de huizen, 6.26 are groot en voor zes gulden in totaal verhuurd, te koop aan.
Van nummer 22 komt Nederlands kampioene synchroon-zwemmen Sylvia Donker. Zij verdedigde in 2001 in Lelystad haar titel bij de soli en won voor de vierde keer goud. In het dagelijks leven is zij fysiotherapeute.

Pentekening van Kruislaan 20, getekend door J. Visser.
Pieter Verbeek kocht in 1904 de grond van Henri Rinck en bouwde daar na 1905 zelf de huizen 24 en 26. Hij ging zelf op 26 wonen en zijn broer Piet (ook aannemer van grondwerken) op 24. Later woonde op 26 nog familie De Feyter en vanaf ongeveer 1962 familie Hannes Ouwerkerk.
In de huizen 28 en 30, gebouwd in 1905, zien we tussen de eerste bewoners Bouwen van der Moren en de weduwe van Matthijs Olivier met haar kinderen. Laatstgenoemde woonde eerder in een keet bij het nog te bouwen fort, waar hij werkte aan de Slapersdijk in aanleg. In maart 1913 heeft Piet Wiering het agentschap van de Eerste Haarlemsche Stoomververij en Chemische Wasserij. Ook handelde hij in aardappelen. Op 5 mei 1931 kreeg vrachtrijder Pieter Wiering (hij reed met paard en driewielerkar) een aanstelling van de Spoorwegen als besteller van goederen, die aan het station van Hoofddorp werden aangevoerd. Toos Kamp-Overbeek heeft nog slechte herinneringen aan diens paard. Het liep los aan de andere kant van het dorp. Toos was bang voor paarden en vluchtte naar huis. Het paard bleef haar maar volgen omdat het thuishoorde bij Wiering aan de overkant van de straat.
De Tweede Wereldoorlog ging ook hier niet ongemerkt voorbij. Piet Wiering had een radio, wat streng verboden was. Als hij interessant nieuws hoorde, liep hij snel naar de bakker en vroeg: "Heb je het al gehoord?" En dan kwam zijn verhaal. De eerste dag van de oorlog (mei 1940) had Piet witte lakens voor de ramen hangen, zo kapot was hij ervan. Dat wist iedereen in de buurt, waar mensen elkaar kenden en elkaar vertrouwden. Maar in de Raadhuislaan woonden hele aardige mensen, aan wie men in alle onschuld iets toevertrouwde met soms kwalijke gevolgen. Zo heeft een van de buurt-genoten (Sam de Koning) een week vastgezeten wegens verboden radiobezit.
Sinds 1958 is het blok bezit van de familie Wies, die het huis in 1980 sloopte en er een ’paar’ jaar over deed om weer nieuw te bouwen. Een van zijn gezegdes was dat je zuinig moest zijn op je werk.

Kruislaan 28-30, eind jaren ’60.