3.1 FORT, GENIEDIJK EN WOONHUIS
Op 20 juni 1885 stond in het Weekblad Haarlemmermeer dat het vrij zeker was dat bij Hoofddorp een fort zou worden gebouwd voor de stelling van Amsterdam. In mei 1888 kregen verscheidene landeigenaren een kennisgeving dat de genie binnenkort opmetingen zou verrichten voor een door het departement van oorlog aan te leggen Slapersdijk van Vijfhuizen tot Hoofddorp en vandaar tot Aalsmeer. De dijk moest even hoog worden als de dijk langs de Ringvaart van Haarlemmermeer. Er moest een vaart worden gegraven, damsluizen moesten worden aangelegd in de Hoofdvaart, er moest een dam komen in de Kruisvaart en een brug over de nog te graven vaart bij de Hoofdvaart.
Bij de aanbesteding waren ongeveer twintig aannemers aanwezig. Het grondwerk werd geraamd op 72.700 gulden. In 1889 begonnen de graafwerkzaamheden. Sommige arbeiders woonden met hun gezin in een keet bij hun werk. Pas in 1903 begon de bouw van het fort. Blankenvoort deed het betonwerk en aannemer Oldenburg uit Bergen het grondwerk. Het forteiland, opgehoogd met duinzand, werd omgeven door een enkele fortgracht. Het fort week af van de meeste andere forten uit de stelling door de twee verdiepingen en de in de fortgracht vooruitgeschoven gietstalen front-caponnière. Wouter van den Elshout was de opzichter.

Werktuigbouwkundigen en militair (links zittend) bij de bouw van het fort.
In 1903 kwam er voor hem ook een huis op de geniegronden en wel op Hoofdweg 711. Het huis moest in 1960 wijken voor de ambachtschool. Van den Elshout betrok het huis met zijn vrouw Anna Winkelhuijzen, zoon en dochter. Een jaar voor zijn pensioen werd in augustus 1906 de laatste hand gelegd aan de fortificatiewerken. Van den Elshout was achttien jaar opzichter over de geniewerken, waarvan de laatste jaren tevens over de fortbouw in Hoofddorp. In april 1907 vertrok hij met zijn gezin naar Raadhuislaan 10, waar hij overleed op 26 januari 1915.
Eén van de volgende bewoners op 711 was Pieter Vlasblom, conducteur der artillerie (zorgde voor vervoer van materiaal en munitie), die daar met vrouw en drie kinderen woonde van december 1911 tot april 1918. Na hem kwam Johan Rosbach, eveneens conducteur der artillerie, die er met vrouw en vijf zonen verbleef tot 1923. Tijdens de mobilisatie (1914-18) waren in het fort ongeveer vijfhonderd soldaten van het bataljon Landweer gelegerd. Op hun kraag prijkten de letters LW, waarvan de volksmond luiwammesen maakte.
Rosbach werd gevolgd door Joannes van der Helder, die in 1913 is getrouwd met Maria Steur. Zij krijgen vier dochters en een zoon. Van der Helder kwam in september 1923 uit Velsen, toen hij als sergeant-majoor, later als adjudant der artillerie, werd aangewezen tot wachter over de forten in Hoofddorp, Vijfhuizen en Aalsmeer. In de volksmond werd hij fortwachter genoemd, net als de eerdere bewoners van het huis. Deze fortwachter was sinds september 1935 gemeenteraadslid voor de Rooms-Katholieke Staatspartij. Hij overleed vrij plotseling op 26 december 1939. Zijn vrouw verhuisde naar Kruisweg 578.

Hans van der Helm 2e van links werkzaam bij het fort met uitkijktoren.
L. van der Vloet uit Haarlemmerliede was fortcommandant. Hij woonde in het fort van februari 1940 tot januari 1955. In die tijd werd na 1945 een luchtwachttoren gebouwd, die al in 1973 werd afgebroken. Voor de afbraak van het huis waren onderwijzer Pieter de Grauw en gezin de laatste bewoners en wel van 1956 tot 1959.
Als er lezers zijn die even een foto willen uitlenen van het huis aan de Hoofdweg 711, worden zij uitgenodigd contact op te nemen via het Gastenboek.