DE ONDERDUIKERS IN DE HAARLEMMERMEER
Uit: VRIJ NEDERLAND – 16 Maart 1985
Door: Anita van Ommeren en Ageeth Scherphuis
Foto’s en reprodukties Bert Nienhuis
Het waren Nederlanders, onthou dat goed, het waren altijd Nederlandse politiemensen die de joden weghaalden
Vlakker land dan de Haarlemmermeer bestaat niet. Vlakker en onherbergzamer. Toch konden in de Tweede Wereldoorlog honderden joden in die polder onderduiken.
Alleen al in de kleine boerderij van de oude Hannis Bogaard en zijn gezin vonden in de zomer van 1943 zeventig onderduikers een schuilplaats. In holen in het land, gebouwd van draineerbuizen en oud hout, in gecamoufleerde tenten, in de hooiberg en de mestvaalt en in van balen stro gebouwde hokken.
In de zelf uitgegraven kelder onder het daglonershuisje van Ant en Sam Breyer en hun zes kinderen, op een paar kilometer afstand van de Bogaards, woonden zonder dat iemand daar iets van heeft gemerkt, de hele oorlog lang tien joodse onderduikers. Hoe leefden en hoe woonden de onderduikers en wat betekende het voor degenen die hun onderdak verschaften?
Waarom deden ze ’t? Niet op grond van hoogdravende ideologieën, niet omdat ze de geschiedenis van het fascisme hadden bestudeerd. Het enige dat ze hadden bestudeerd, was de bijbel. ’God riep ons tot dit werk en hij heeft ook de kracht daartoe gegeven. Als Nederlanders konden wij niet anders.’
Ze zouden het zo weer doen, ondanks het verraad, ondanks de overvallen, waarbij veel joden en de oude Hannis Bogaard en zijn familieleden werden mishandeld en weggevoerd: ’Het waren Nederlanders, onthou dat goed, het waren altijd Nederlandse politiemensen die de joden weghaalden.’
Fam Bogaard:
Johannis Boogaard (in 1865 te Dirksland geboren, op 15 Jebruari 1945 in Sachsenhausen vermoord) en Teuntje van Dijk (in 1861 geboren, voor de oorlog overleden) trouwden in 1890. Ze kregen 12 kinderen, van wie de volgende in het verhaal voorkomen:
•Johannis (1890-1974), getrouwd met Klaasje Slinger (1891-1958). Zij kregen 13 kinderen en 63 kleinkinderen. Zoon Teun komt in november 1944, 30 jaar oud, om in concentratiekamp Oraniënburg. Metje werd in 1919 geboren, Herman in 1922
• Aagje (1891-1959)
• Antheunius (1893)
• Pieter (1896-25 sept. 1944 thuis overleden aan de gevolgen van zijn gevangenschap in Vught)
• Willem (1902)

vlnr: Aagje, Willem, opa en Teunis Bogaard
Fam Breyer:
In 1912 trouwen Samuel Breyer (1888-1983) en Antje Eveleens(1892-1977)
In het verhaal komen voor:
Samuel (1912), de oudste zoon trouwde met onderduiksier Alie Menist.
Pieter (1916) trouwde met onderduikster Jannie Scheller
Dirk (1921)
Hendriekus (1924) was bij zijn ouders ondergedoken.
Jan Dirk (1928)
Gerrie (1932)

Boven de eerste verjaardag van Sam Breyer na de bevrijding, met het voltallige gezin en alle onderduikers op Salli Cohen na. Dit hele gezelschap woonde twee jaar lang in een huisje met één kamer, keuken, zolder en kelder. Op de grond de jongste onderduiker Che Grootkerk en op de stoelen Ant en Sam Breyer, hun dochter Gerrie en twee zoons. Op de middelste rij van links naar rechts Ali Menist (nu Breyer), Chellie Paardekoper, Sieny Cohen, Saar van Sister, Bep Wijnmans en Janny Schejfer (nu Breyer). Achteraan de zoons Breyer en Harry Cohen
Zie Verder:
Deel 1: Fam Bogaard
Deel 2: Fam Bogaard - Vervolg
Deel 3: Fam Breyer