Bron: Haarlemmermeer, schets van historie en ontwikkeling -
’Gemeente Haarlemmermeer - Sociografisch Bureau De Meerlanden’
Hoofddorp.
Historie.
Kort na de droogmaking van het Haarlemmermeer werd besloten tot het stichten van een tweetal dorpen in de polder. Dit stond in verband met het plan het grondgebied van de Haarlemmermeerpolder te verdelen over twee provincies: Noord- en Zuid-Holland. Hierbij werd er van uitgegaan dat er twee centrale woonkernen zouden moeten worden gesticht - Kruisdorp en Venneperdorp genaamd - elk ter grootte van plaatsen als toentertijd Lisse of Hillegom.
De behoefte aan twee gelijkwaardige centrale dorpen verdween echter toen bij de wet van 1855 de gehele Haarlemmermeerpolder werd ingedeeld bij Noord-Holland. Toch bleef er ook toen voor beide dorpen grond gereserveerd.
In de toelichting van deze dorpenplannen (ontleend aan Gevers van Endegeest) staat:
"Voor elk dorp is bestemd eene oppervlakte van 16 bunders, verdeeld in vier vakken A. B. C. D. elk van 4 bunders. De plaats van het eene dorp is op het kruispunt van de hoofdvaart en kruisvaart tusschen Heemstede en Aalsmeer.
- Die van het andere is op het kruispunt der hoofdvaart en Venneper dwarstogt, tusschen Hillegom en Leimuiden, beide plaatsen zijn op het terrein afgebakend".
"In het midden der dorpen is een plein door wateren en wegen doorsneden, waarop ter aangeweze plaatse de noodige grond wordt beschikbaar gehouden om er in tijd en wijle kerken, raadhuis en een school te kunnen bouwen".

Een Kruisdorp kaartje (Uit: Gemeente Archief Haarlemmermeer)
De ontwikkeling van Kruisdorp - het latere Hoofddorp - verliep sneller en voorspoediger dan die van Venneperdorp. Dit kwam enerzijds door de gunstige situering, anderzijds door de economische en administratieve functie die Kruisdorp al spoedig verwierf (marktplaats en de totstandkoming ter plaatse van het raadhuis in 1867). Allengs werd Kruisdorp dan ook het "hoofddorp" van Haarlemmermeer.
In 1861 werd voor het eerst in deze, toentertijd nog Kruisdorp genoemde plaats gedurende de voorjaarsmaanden een wekelijkse veemarkt ingesteld. Het gemeenteraadslid. Mr. J.P. Amersfoordt, - de latere burgemeester - had voor de instelling hiervan bijzonder geijverd.
"De proef met eene vee- en paardenmarkt genomen in 1859 was zoo welgeslaagd", aldus Boekel in 1868, "dat men hopen mocht op den alge-meenen bijval, wanneer men meerdere en vaste markttijden hield".
Genoemde veemarkt werd destijds gehouden op het oorspronkelijke Marktplein ter plaatse waar momenteel het polderhuis is gesitueerd. Ten behoeve van de bouw van het polderhuis, werd deze markt in 1912 verplaatst naar de zuidkant van het marktplein. De demping van de aldaar lopende Kruisvaart stond met deze verplaatsing direct in verband. Hun bloeitijd beleefden de Hoofddorpse veemarkten omstreeks het begin van deze eeuw. Grote teruggang trad op tijdens de eerste wereldoorlog en in het begin van de twintiger jaren, terwijl uit gegevens van het ministerie van Landbouw en Visserij blijkt dat sinds 1936 ter plaatse geen markten meer werden gehouden.

Paardenmarkt waar nu sinds 1912 het Polderhuis staat (foto: Gemeente Archief Haarlemmermeer)
Als gevolg van de woningwet van 1901 werd het gemeentebestuur verplicht de ruimtelijke ontwikkeling van de dorpen vast te leggen in zogenoemde uitbreidingsplannen (tegenwoordig bestemmingsplannen genaamd). Voor Hoofddorp werd een dergelijk plan, dat vervaardigd werd door de Amsterdamse architect en bouwkundig-ingenieur J.H.W. Leliman, in 1909 door de raad vastgesteld. Uit de toelichting bij dit plan citeren we het volgende historisch interessante detail:
"Bij het ontwerpen van het stratenplan heeft. .. het denkbeeld voorgezeten uit te lokken het ontstaan van een wijk van een landelijk en hollandsch karakter. . . Het bouwend publiek en de ontwerpers moeten beseffen, dat in beginsel voor een landelijke gemeente als Haarlemmermeer, pogingen tot navolging van een stedelijke bouwtrant ten eenen-male misplaatst zijn".
Bovengenoemd plan moest reeds in 1912 worden herzien, mede in verband met de ontwikkeling die veroorzaakt werd door de opening van twee door Haarlemmermeer lopende spoorlijnen (Haarlem - Hoofddorp - Aalsmeer en Hoofddorp - Nieuw-Vennep - Leiden). In de toelichting staat hierover vermeld:
"Zowel Hoofddorp als Nieuw-Vennep worden opgenomen in het interlokaal spoorverkeer", zo vernemen we, "en zij worden in rechtstreeksche verbinding gebracht met de centra van onze menschelijke samenleving als Amsterdam, Haarlem en Leiden"... "het is te voorzien", aldus de toelichting, "dat Hoofddorp zal worden een plattelandsdorp van eenige betekenis".

Daarna volgde er, afgezien van enkele kleine wijzigingen, een vrij lange periode van rust op het gebied van de productie van plannen. Dit wordt mede verklaard door het feit dat de ontwikkeling van het agrarische midden van de polder in deze periode achter bleef bij de ontwikkeling aan de randen van Haarlemmermeer, waar de arbeidsmogelijkheden groter en gevarieerder waren.
Eerst in 1941 werd een nieuw uitbreidingsplan voor Hoofddorp vervaardigd en wel door de stedebouwkundige Wieger Bruin.
Langzamerhand brak er nu in het centrum van Haarlemmermeer een nieuwe ontwikkeling door. Dit kwam enerzijds tot uitdrukking in de betekenis die Hoofddorp sinds het eind van de dertiger jaren had gekregen als vestigingsplaats van forensen, anderzijds in de gebleken behoefte aan terreinen voor kleine industrieën en werkplaatsen.
Het huidige Hoofddorp (1975 dus!).
Was Hoofddorp 35 jaar geleden een klein - voornamelijk ook nog administratief bestuurlijk - centrum met ongeveer 3000 inwoners, na de tweede wereldoorlog en met name sinds 1960 ontwikkelde het zich meer in de richting van een verzorgingscentrum. Dit laatste niet alleen tengevolge van zijn centrale ligging - in het hart van de Haarlemmermeer - maar o.m. ook door de aanwezigheid van het raadhuis en de diverse gemeentelijke diensten, de zetel van de Haarlemmermeerpolder (het waterschapbeheer en de polder-administratie), het gewestelijk arbeidsbureau en de inspectie der directe belastingen.
De snelle ontwikkeling die Hoofddorp, met name in de afgelopen 15 jaar, onderging, kan onder meer geïllustreerd worden aan de hand van gegevens over de bouwactiviteit in deze periode, de sterke groei van de werkgelegenheid en aan de uitbreiding van de plaatselijke voorzieningen. Van de in totaal ruim 4.000 woningen die Hoofddorp thans (1974) telt, zijn er circa 2.500 gerealiseerd sinds 1960. In de wijk Graan voor Visch, waarvan met de bouw in 1970 werd begonnen, kwamen alleen al circa 1.200 woningen gereed en vestigden zich ongeveer 4.000 inwoners. Deze getallen krijgen enige achtergrond als men weet dat het inwonertal van Hoofddorp, dat in 1964 nog maar amper 6.500 bedroeg, begin 1975 was toegenomen tot ca. 14.500.

Op basis van de bestaande plannen - in de nieuwe wijken "Pax" en "Bornholm" zullen in totaal circa 4.600 woningen gebouwd worden- mag verwacht worden dat de bevolkingsgroei ook de komende 5 jaar zeer snel zal verlopen. Tengevolge hiervan zal Hoofddorp rond 1980 waarschijnlijk 26.000 inwoners tellen.
Ook de werkgelegenheid ter plaatse is sinds 1960 sterk toegenomen. Dit komt tot uitdrukking in het feit dat de bedrijfsbevolking - dat wil zeggen het aantal personen dat ter plaatse werkt - in een tijdsbestek van nog geen 15 jaar (van 1959 tot 1973) vervijfvoudigde, wat bijvoorbeeld inhield dat het aantal arbeidsplaatsen in bedrijven met 10 en meer werknemers met 2.400 toenam tot ruim 3.000. Behalve door toename van de werkgelegenheid bij de hier gevestigde overheidsinstellingen en overige instanties op het gebied van de sociale dienstverlening (zoals bejaardencentra en de gezinszorg, het betrof hier eind 1973 in totaal circa 900 arbeidsplaatsen - is deze sterke vergroting van de werkgelegenheid het gevolg van een aantal - veelal industriële vestigingen ter plaatse. Daarnaast heeft ook het uitgroeien van van oorsprong Hoofddorpse bedrijven aan de toename van de plaatselijke werkgelegenheid bijgedragen. Belangrijke ondernemingen zijn o.a. de machinefabriek Spaans B.V., die onder meer vijzels produceert en eind 1973 meer dan 220 werknemers in dienst had, en het Amerikaanse bedrijf Woodward Governor Nederland N.V., producent van o.m. regelapparatuur voor vliegtuigen, met 160 werknemers.

Vorengeschetste ontwikkeling is sterk bevorderd door de gunstige verbindingen van Hoofddorp met steden als Amsterdam en Haarlem alsmede door de situering vlakbij Schiphol. De afgelopen 10 jaar vestigden zich hier dan ook, behalve veel Haarlemmermeerders van elders uit de gemeente, veel stedelingen. Een groot deel van hen was reeds werkzaam in Haarlemmermeer, velen op Schiphol, anderen ook in Hoofddorp zelf. Door deze vestiging groeide vooral dat aandeel van de beroepsbevolking dat werkzaam is in de nijverheid en dienstverlening.
Begin 1973 was bijna 30% van de Hoofddorpse beroepsbevolking werkzaam in de nijverheid, ongeveer 64% in de sociaal-economische dienstensector en nog slechts 6% in land- en tuinbouw.
Op velerlei gebied zijn de voorzieningen aan de snelle ontwikkelingen van de laatste 15 jaar aangepast. Ter plaatse beschikt men over een 22-tal basis- en kleuterscholen, waaronder 1 school voor kinderen met leer- en opvoedings-moeilijkheden en een tweetal scholen voor overig BLO. daarnaast zijn er een tweetal mavoscholen, een dependance van het in Badhoevedorp gevestigde Haarlemmermeerlyceum alsmede een tweetal instellingen voor lager en middelbaar beroeps-onderwijs op technisch en agrarisch terrein voor zowel jongens als meisjes..
Behalve een wekelijkse warenmarkt is er een gevarieerde winkelstand: in totaal circa 80 winkels, zowel op het gebied van dagelijkse levensbehoeften als op dat van de duurzame en gespecialiseerde goederen. Het aantal winkelbedrijven in Hoofddorp zal naar verwachting op korte termijn uitgebreid worden tot ongeveer 100, onder meer door de vergroting van het bestaande winkelcentrum aan het Marktplein.
Een andere voorziening die vermelding verdient is het in Hoofddorp-west gelegen, begin 1975 in gebruik te nemen verpleegtehuis "Bornholm", dat een regionaal verzorgende functie heeft en ruimte biedt aan 180 langdurig zieken, meestal oudere patiënten. Voorts zijn in Hoofddorp een drietal middelgrote bejaardencentra gevestigd.

Op sportgebied verdienen het grote nieuwe zwembadcomplex en het eveneens nieuwe sportveldencomplex - beide in Hoofddorp-noord gelegen -vermelding, alsmede het in het wandelbos gelegen tennispark. Behalve voetbal en tennis kan men in Hoofddorp honkbal, softbal, hocky en handbal beoefenen.
Ook op het gebied van het jeugdwerk en de vrije jeugdvorming zijn er in Hoofddorp allerlei activiteiten mogelijk. Wat betreft het open jeugdwerk is, naast de verschillende kerkelijke organisaties, vooral de "Arnoldushoeve" actief. Op het terrein van de vrije jeugdvorming treft men een scala van organisaties aan, variërend van een drumband en enige jeugd- en jonge-renkoren tot een scoutinggroep.
De kerkelijke aantalsverhoudingen in Hoofddorp zijn ongeveer representatief voor die in de gemeente als geheel. De rooms-katholieke groepering vormt met bijna 29% de grootste groep, terwijl de nederlands-hervormden en gereformeerden met respectievelijk ruim 25% en 15% vertegenwoordigd zijn. Bijna een kwart van de Hoofddorpers is buitenkerkelijk.
Zie verder in het menu ’t Oude Buurtje voor de inhoud van ons boek over de Historie van Hoofddorp - Oud West. Onder het menu Fotoalbums vindt U ook nog veel foto’s van Hoofddorp.