OVER DEZE WEBSITE   |   GASTENBOEK   |   AANRADERS   |   DISCLAIMER   

Tekst   Foto's
HOME     HAARLEMMERMEER      DORPEN      T OUDE BUURTJE      PERSONEN      ZOEKPLAATJES      FOTOALBUMS      FILMS     
»  Boek Toen en Nu
»  Abbenes
»  Badhoevedorp
»  Beinsdorp
»  Buitenkaag
»  Burgerveen eo
»  Cruquius
»  Hoofddorp
»  Leimuiderbrug
»  Lijnden
»  Lisserbroek
»  Nieuw-Vennep
»  Nieuw-Vennep door Ton Raaphorst
»  de Oude Secretarie
»  Rijk
»  Rijsenhout
»  Vijfhuizen
»  Zwaanshoek
»  Zwanenburg

 Bron: Haarlemmermeer, schets van historie en ontwikkeling -
’Gemeente Haarlemmermeer - Sociografisch Bureau De Meerlanden’

Badhoevedorp.

Historie.
Wanneer men zich verdiept in de historie van de betrekkelijk jonge woonkern Badhoevedorp, kan men niet heen om de geschiedenis van de hier in de vorige eeuw gelegen modelboerderij "de Badhoeve"; een naam welke in verband is te brengen met de situering van de in die tijd, vooral door Amsterdammers bezochte badplaats, nabij het aangrenzende Sloten, waar destijds door het lossen van zandschepen een strandje was ontstaan.
Behalve deze lezing, waarbij het strand derhalve gevormd zou zijn door morsing van de vele voor Amsterdam bestemde schepen met zand, bestaat er een andere lezing volgens welke de ter plaatse gesitueerde Akerdijk, door de eeuwen heen werd versterkt met puin, zand en klei teneinde hiermede een afdoende waterkering te vormen tegen het op stuwende meerwater.

Bovenvermelde modelboerderij, gelegen in de noordoosthoek van de toen pas drooggelegde polder, was in 1854 gesticht door de latere burgemeester van Haarlemmermeer Mr. J.P. Amersfoordt. "De Badhoeve" trok al spoedig veel belangstelling van gezelschappen uit binnen- en buitenland. Bekend zijn de excursie van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw op 26 september 1863 en het bezoek van Koningin Sophia, echtgenote van Koning Willem III, op 19 augustus 1865. Het waren vooral de voor die tijd revolutionaire landbouwmethoden, zoals wisselbouw en vetweiderij, en het gebruik van tot dan toe onbekende landbouwmachines, zoals de stoom-ploeg, die de aandacht trokken. Maar ondanks deze moderne aanpak, of misschien juist wel daardoor, was het jaarlijkse exploitatiesaldo van "de Badhoeve" meestal nadelig Zeker toen de landbouwcrisis rond 1870 in volle hevigheid losbarstte en van de nieuwe, onafzienbare graanvelden in Amerika een enorme stroom goedkoop graan naar Europa kwam. Dankzij het feit dat de "modelboer" Amersfoordt niet onbemiddeld was, bleef hij in staat zijn bedrijf op dezelfde schaal uit te oefenen, vast ervan overtuigd dat, als ook anderen zijn methoden zouden overnemen en landbouwmachines zouden gaan gebruiken - waardoor deze goedkoper zouden worden - zijn denkbeelden algemeen ingang zouden vinden.

Over de ontwikkeling van Badhoevedorp, dat in de tijd van Amersfoordt een klein dijkdorp was waar voornamelijk landarbeiders woonden, schrijven Van Paassen c.s.:
"Ter plaatse van het huidige dorp heeft vóór 1930 niets anders dan een bebouwing langs en nabij de dijk bestaan. De voorwaarden voor een belangrijke ontwikkeling hadden er tot dan toe ook ontbroken. Er was in de nabijheid immers geen werkgelegenheid op grote schaal in inpolderingen, of in bedrijven in de randgemeente geweest. Vóór 1900 was de bevolking er wel wat talrijker dan in een normale rand-buurt van een landbouwpolder, maar toch niet van aanzienlijke betekenis. Vervolgens nam zij er van ongeveer 800 zielen in 1894 toe tot ongeveer 1.100 a 1.200 zielen in 1920 (Zwanenburg 2.100)"

In de twintiger jaren werden er door enige kapitaalkrachtige Amsterdammers initiatieven ondernomen om een tuindorp nabij Sloten te realiseren. In de notulen van een besloten raadsvergadering van de gemeente Haarlemmermeer van december 1926 staat daarover vermeld:
"Over het algemeen is de grond voor het bereiken va n dit doel rondom de oude stad te duur, doch nu is het oog gevallen op de grond bij de Badhoeve, welke niet alleen voor den bouw bijzonder geschikt is, maar ook is den prijs van dien aard dat vrij zeker tegen een huurprijs van niet meer dan ƒ 6,50 per week voor een huisje met circa 400 meter tuin de zaak exploitabel zal kunnen worden gemaakt. ..".
"Gezien de grote liefhebberij voor volkstuintjes wordt een groote toeloop van gegadigden verwacht en juist van personen die in deze categorie niet tot de slecht-gesitueerden behooren. De Badhoevebuurt zal weldra voor vele Amsterdamers zeer gunstig gelegen zijn; voor 10centszal men per autobus in ongeveer een half uur tijds het Leidsche plein kunnen bereiken".

De gemeenteraad beschikte in 1927 echter afwijzend op het voorstel om deze plannen - het betrof in totaal ca. 1000 huizen - te realiseren, enerzijds omdat deze het niet als haar taak zag Amsterdammers onderdak te verschaffen, anderzijds omdat een nadelige exploitatie gevreesd werd. Inde daarop volgende jaren vond er toch langzamerhand een zekere uitbreiding van Badhoevedorp plaats. Dit werd bevorderd doordat enige grote grondeigenaren, de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij (ARM.) en in een wat latere fase ook Nationaal Grondbezit, hun gronden verkavelden en als bouwgrond aanboden.
De ARM., sinds 1918 eigenaar van de Badhoeve, had de ruim 94 ha omvattende gronden van deze boerderij destijds bestemd voor fouragering en beweiding van de paarden die in dit vervoersbedrijf gebruikt werden. Overigens had men bij de aankoop van Amersfoordt’s voormalige boerderij al het plan opgevat om (een deel van ) de gronden te verkopen als bouwterrein, dit al naargelang zou blijken dat de maatschappij geen paardenkracht - in letterlijke zin - meer nodig zou hebben.
"Nationaal Grondbezit", dat in 1932 in bezit was gekomen van de nabijgelegen boerderij "De Schuilhoeve", volgde eenzelfde gedragslijn. Daarbij trachtten beide maatschappijen de aantrekkelijkheid van Badhoevedorp als woonoord te vergroten door grond, bestemd voor scholen en kerken, voor niets of voor een zeer lage prijs af te staan.

Mede in verband met bovenvermelde ontwikkeling werd, in opdracht van het gemeentebestuur, door de stedebouwkundige Wieger Bruin een uitbreidingsplan van Badhoevedorp vervaardigd, waarin het reeds eerder vermelde tuindorp-idee uitgewerkt was. Dit plan werd in 1934 door de gemeenteraad vastgesteld. Reeds in 1937 werd besloten tot verdere uitbreiding van Badhoevedorp in oostelijke richting, dit met name om een deel van het groeiend aantal werknemers op de luchthaven Schiphol te kunnen huisvesten. De uitbreiding van Badhoevedorp geschiedde in deze jaren in hoog tempo, wat onder meer blijkt uit een in 1939 door de gemeente uitgegeven persbericht:
"Wie van het oude dorp Sloten uit, de smalle brug over de ringvaart is gepasseerd in de richting van het luchtvaartterrein Schiphol, ziet daar de bekende Badhoeveboerderij liggen waaromheen in de laatste jaren is verrezen een geheel nieuw dorp. Dit nieuwe tuindorp zal weldra een van de belangrijkste tuindorpen in de omgeving van Amsterdam wezen".

De nieuwe bevolking - in 1939 bleek 84% van de gezinnen uit de stad afkomstig te zijn - zocht hier voornamelijk het "buiten wonen". Het betrof veelal jonge gezinnen - in het algemeen van een wat hoger maatschappelijk niveau dan de nieuwe bevolking van Zwanenburg - die de naar hun zin te drukke stad ontvluchtten. Zo ontwikkelde Badhoevedorp zich, mede door een moderne stedebouwkundige opzet, van een randbuurt, die in 1935 nog slechts 1300 inwoners telde, tot een ruim aangelegd, goed toegerust tuindorp met ca. 5000 inwoners in 1947.

Het huidige Badhoevedorp (1975 dus!).
De snelle uitbreiding van Badhoevedorp heeft zich in de vijftiger jaren en vooral ook in het begin van de jaren ’60 voortgezet. Eerst sinds 1970 is de bouwactiviteit ter plaatse - voornamelijk door de beperkte uitbreidingsmogelijkheden - sterk verminderd. In het inwoneraantal van Badhoevedorp, dat in 1970 reeds ruim 13.800 bedroeg, is sindsdien - mede ook door het teruglopen van de gemiddelde woningbezetting - enige teruggang te bespeuren. Genoemde naoorlogse ontwikkeling heeft ertoe geleid dat dit dorp dankzij het gevarieerde voorzieningenpakket gedeeltelijk als streekcentrum functioneert.

Men beschikt ter plaatse over een 13-tal scholen voor kleuter- en basisonderwijs, één protestants christelijke mavoschool alsmede één instelling voor vwo/havo/mavo: het Haarlemmermeer-lyceum. Behalve de wekelijkse warenmarkt treft men hier een uitgebreide winkelstand aan: ca. 90 winkelbedrijven.

Op sportgebied beschikt Badhoevedorp over een betrekkelijk grote sportvel-den accommodatie (16 velden) voor o.a. voetbal, softbal en handbal. Daarnaast is er een tennishal en zijn er een achttal tennisbanen.

Evenals in Zwanenburg heeft men ook hier een hulpsecretarie met trouwzaal alsmede een politiebureau.

Voor de oudere bewoners functioneert ter plaatse sinds een aantal jaren een dienstencentrum terwijl, behalve een aantal aangepaste woningen, in de afgelopen 10 jaar ook drie grote verzorgingstehuizen in gebruik konden worden genomen.

Hoewel het (semi)-agrarisch element er zeker niet geheel verdwenen is, heeft het dorp toch steeds meer de kenmerken gekregen vaneen randstedelijk woongebied voor de vele forensen, werkzaam in Amsterdam of op Schiphol (bij de luchthaven zelf, KLM, Fokker of andere bedrijven). Toch is Badhoevedorp niet alleen als woon- maar ook als werkgebied van belang. Er zijn ter plaatse een tamelijk groot aantal vestigingen in de bouwnijverheid (o.a. De Vries en Van der Meulen en Zn. beide met ca. 70 werknemers). Daarnaast is hier ook een niet onaanzienlijke werkgelegenheid in bedrijven in de vervoerssector, de dienstverlening alsmede in de groothandel. In laatstgenoemde sector is ter plaatse o.a. een bedrijf gevestigd in electronische artikelen (Brandsteder N.V.) met bijna 140 werknemers. Eind 1973 waren er in totaal in bedrijven met 10 en meer personen ca. 1.600 arbeidsplaatsen. Daarvan woonden zo’n 800 werknemers niet in Haarlemmermeer, zodat we ook hier van twee tegengestelde forensenstromen kunnen spreken. De ene groep woont in Badhoevedorp, maar werkt in Amsterdam, Amstelveen e.d., de andere groep woont in andere gemeenten (zoals bijvoorbeeld Amsterdam), maar werkt in Badhoevedorp. Van de beroepsbevolking (de werknemers die in het dorp wonen) is 67% in de sociaal-economische dienstensector werkzaam, 30% in de nijverheid en ca. 3% in de land- en tuinbouw.

De kerkelijke aantalsverhoudingen in Badhoevedorp zijn vergelijkbaar met die van het eveneens aan de stedelijke rand gelegen Zwanenburg; evenals daar vormen de rooms-katholieken ook in Badhoevedorp de grootste groepering (in 1973 32%). De nederlands-hervormden en de gereformeerden zijn hier met respectievelijk 23% en 11% eveneens in belangrijke mate vertegenwoordigd. Ook in Badhoevedorp ligt het percentage buitenkerkelijken - gelijk Zwanenburg - wat boven het gemiddelde van Haarlemmermeer (het is namelijk 30%). De drie grote kerkgenootschappen kunnen ter plaatse over een eigen kerkgebouw met afzonderlijke verenigingsaccommodatie beschikken. Er bestaat overigens in Badhoevedorp een opvallende samenwerking tussen deze "grote drie", een samenwerking welke tot uitdrukking komt in tal van gezamenlijke activiteiten en manifestaties.


 
WAT WEET U VAN DEZE FOTO?
Als u iets weet over deze foto klik dan op "Meer over deze foto" en geef uw informatie door!

MEER OVER DEZE FOTO >>  

© Jan Wies 2024 | j.wies@planet.nl | Kruislaan 28, 2131WD Hoofddorp | telefoon: 023 5636680 Gesponsord door Clic2connect